donderdag 27 september 2012

Mens en samenleving: Het belangrijkste kenmerk



Vooreerst zag ik de voordracht van Paul Verhaeghe "We strike back - Inleveren voor of tegen het neoliberalisme" (Vooruit, Gent, 30 januari 2012)
U kan deze nalezen via de link

Ik kan mijn denkpiste over de maatschappij terugvinden in de voordracht van Paul Verhaeghe.
Het gevoel dat ik van onze maatschappij heb, is dat deze prestatiegericht is waardoor iedereen heel gehaast, vluchtig, materialistisch en vrij egoïstisch is.

Iedereen heeft een grote vrijheid gekregen, maar komt zelden tot diepgang in het leven.  Er zijn toch al wel wat vrienden en kennissen van mij die het ook opmerken dat er nood is aan meer puurheid, diepere contacten, … .  Werk aan de winkel!  En dat begint bij onszelf.  Zelf eens stilstaan bij de manier waarop wij leven…

De mensen willen zoveel doen, willen niets missen in het leven waardoor net zoveel waardevolle, menselijke dingen verloren gaan.
Ik heb het gevoel dat de mensen voor zichzelf het belangrijk vinden dat ze een goed aanzien hebben.  Hun job is belangrijk.  Het moet er ééntje zijn dat “een hoge functie” is of lijkt.  Kijk maar eens naar de benamingen die vele mensen gebruiken om hun job weer te geven.  Bijvoorbeeld “pedagogisch en technisch ict-coördinator”, deze benaming gebruikt een regent informatica die ook ondersteuning geeft aan andere leerkrachten.
Hoeveel mensen gebruiken wel geen Engelse benamingen voor hun job?  De benamingen klinken wel hé! 

De kinderen mogen ook niets tekort komen.  Hoeveel jonge kinderen (6-8 jaar) hebben al een tv of pc op hun kamer?  Wie is er nog niet in Euro Disney geweest? 
Hoeveel kinderen hebben meer dan 2 hobby’s (paardrijden, tekenschool, muziekacademie, dansles, …)
Maar…
Welke kinderen spelen nog met elkaar?  Welke kinderen spelen op straat?  Welke kinderen hebben al eens in een boom geklommen?  Welke kinderen komen nog in een bos?  Welke kinderen hebben met sneeuwballen gegooid?
Hierover vond ik ook een leuk artikel: 

De woning is ook een belangrijk facet in de maatschappij.  De Vlamingen hechten heel veel belang aan de woning.  Een gekocht of gebouwd huis, moet afgewerkt zijn in een kortaanzienbare tijd mét oprit.  Anders trekken bezoekers wel grote ogen en/of voelen de bewoners zich niet goed in dat huis.  Denk maar eens aan de boerderijen of woningen van overgrootouders… .

Een bezoekje… kan dat nog zonder afspraak?
Voor alles moet je afspraken maken, zelfs om je ouders of vrienden te bezoeken. 
Is dat normaal?  Tegenwoordig wel.  Ik stel dit toch in vraag… .

Waarom zijn er zoveel scheidingen de laatste jaren?
Leven we niet te gehaast?  Doen we niet teveel zonder er ten gronde van te kunnen genieten?  En van elkaar?
Ik denk dat we teveel geven om het materialisme.  Een mooie auto, een huis mét mooie oprit, wii, pc, tv op slaapkamers, kledij, geld, … .
We vinden cultuur, evenementen, … heel belangrijk en zijn veel op uitstap.  Ver of dichtbij, de afstanden zijn niet meer belangrijk.
Verliezen we onszelf en de andere(n) niet door deze manier van leven?

Ik ben niet de enige die de ervaring heeft dat we zo gehaast en vluchtig leven.  Hieronder staan 2 gebeurtenissen met het besef van ons gehaaste leven. 


In een gesprekje aan de schoolpoort...
"Mijn man heeft sinds een tijd een andere job.  Het was eerst schrikken.  Van de ene dag op de andere dag was hij ontslagen.  Ineens zat hij thuis.  Het was wennen.  Hij had een heel intensieve drukke job van 's morgensvroeg tot 's avondslaat én ook weekends.  Nu heeft hij een rustiger job met veel minder uren.  Financieel is het aanpassen, maar dat weegt niet op tegenover wat er terug is.  Hij heeft zijn kinderen terug ontdekt!"   Dit is in veel gezinnen zo ... alle geluk dat hij zijn kinderen "op tijd" terug kan ontdekken...
Dat bedoel ik met ons haastig leven ... we lopen onze eigen kinderen voorbij ...om even bij stil te staan...

Via facebook van een collega gekregen:


This is so awesome. Please take a moment to read:

A man sat at a metro station in Washington DC and started to play the violin; it was a cold January morning. He played six Bach pieces for about 45 minutes. During that time, since it was r
ush hour, it was calculated that 1,100 people went through the station, most of them on their way to work.

Three minutes went by, and a middle aged man noticed there was musician playing. He slowed his pace, and stopped for a few seconds, and then hurried up to meet his schedule.

A minute later, the violinist received his first dollar tip: a woman threw the money in the till and without stopping, and continued to walk.

A few minutes later, someone leaned against the wall to listen to him, but the man looked at his watch and started to walk again. Clearly he was late for work.

The one who paid the most attention was a 3 year old boy. His mother tagged him along, hurried, but the kid stopped to look at the violinist. Finally, the mother pushed hard, and the child continued to walk, turning his head all the time. This action was repeated by several other children. All the parents, without exception, forced them to move on.

In the 45 minutes the musician played, only 6 people stopped and stayed for a while. About 20 gave him money, but continued to walk their normal pace. He collected $32. When he finished playing and silence took over, no one noticed it. No one applauded, nor was there any recognition.

No one knew this, but the violinist was Joshua Bell, one of the most talented musicians in the world. He had just played one of the most intricate pieces ever written, on a violin worth $3.5 million dollars.

Two days before his playing in the subway, Joshua Bell sold out at a theater in Boston where the seats averaged $100.

This is a real story. Joshua Bell playing incognito in the metro station was organized by the Washington Post as part of a social experiment about perception, taste, and priorities of people. The outlines were: in a commonplace environment at an inappropriate hour: Do we perceive beauty? Do we stop to appreciate it? Do we recognize the talent in an unexpected context?

One of the possible conclusions from this experience could be:

If we do not have a moment to stop and listen to one of the best musicians in the world playing the best music ever written, how many other things are we missing?

1 opmerking:

  1. Dag Heidi,

    Ik ben het met je eens dat we leven in een prestatiegerichte maatschappij en heb hierover ook geschreven op mijn blog. Veel van de dingen die jij schrijft heb ik ook vernoemd op mijn blog. Maar mijn denkpiste kan ik niet terugvinden in de voordracht van prof. Paul Verhaeghe. Ik heb zijn voordracht verschillende keren gelezen en heb de tekst met verschillende mensen besproken. Ik vind zijn tekst een emotionele schreeuw. Verwijzen naar 1930 als voorbeeld is echt erg. Hij zou toch wel het verschil moeten kennen tussen fascisme en liberalisme hé? Maar nogmaals, ik ben het volledig met je eens dat we leven in een prestatiegerichte maatschappij.

    Groetjes,
    Sigrid

    BeantwoordenVerwijderen

Graag uw reactie! Dankjewel!