Het competentie-onderwijs heeft uitdrukkelijk het
ideologisch gedachtengoed van het neoliberalisme geïmplementeerd in de scholing
van onze kinderen. Hoeven we dan
verwonderd te zijn dat de kinderen hun eerste vraag als volgt luidt: Wat brengt
dat op? Voor mij? (Paul Verhaeghe)
Niet enkel de scholing, maar ook de opvoeding
gebeurt a.d.h.v. het neoliberalistische denken.
We leren de kinderen opkomen voor zichzelf. We leren hen zich niet te laten intimideren. Ze moeten niet klakkeloos overnemen wat hen
wordt gedicteerd. We leren hen dat ze
zelf een persoon zijn die voor zichzelf moet uitmaken wat hij/zij wil. We geven hen de vrijheid om zichzelf te uiten
en zelf keuzes te maken. Met als gevolg
dat ze bij elke opdracht gaan denken “Wil ik dit wel?”, “Is dat wel iets voor
mij?”, “Ik heb dat niet gedaan, waarom zou ik het dan opruimen of afwerken?”. Hoe vaak zeggen we wel niet “Ge moet niet
naar een ander zien, je moet naar jezelf zien.
Wat de ander doet, is zijn zaak, wat jij doet, is jouw zaak.” Wij leren de kinderen dat ze “baas zijn over
zichzelf” met als gevolg dat ze die verantwoordelijkheid gretig beetnemen.
Kleinere kinderen beslissen dat met wie en wanneer ze met
wie spelen. Ze kunnen daarin heel hard
zijn voor elkaar en anderen verstoten.
Als mijn dochter van 6 jaar dat zo deed met de vriendjes van de wijk,
greep ik in het begin in. Na een tijdje
was ik dat beu en het kwam ook niet goed over vond ik, want telkens opnieuw
werd een kind afgewezen tot ik er bij kwam.
Op een gegeven moment bemoeide ik me niet meer. Ze zullen het bij haar dan eens terugdoen en
dan weet ze wel hoe dat voelt. Inderdaad
is ze snel “tegen de muur gelopen”.
Al doende ontdekken ze dat het alleen-aan-zichzelf-denken, niet datgene is wat hen gelukkig maakt.
We handelen wel egoïstisch en materialistisch, maar de meesten beseffen al wel dat dat niet de beste manier is om met elkaar om te gaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Graag uw reactie! Dankjewel!